Einde van mijn loopbaan bij de KPM
In 1947 werden de buitenlijnen van de KPM samengevoegd met de zelfstandige Java-China-Japan Lijn (JCJL) en op 1 januari 1948 ingebracht in een nieuwe maatschappij:
de Koninklijke Java-China-Paketvaart Lijnen (KJCPL).
De KPM concentreerde zich weer geheel op de ‘interinsulaire vaart’.
Dit werd als snel bemoeilijkt door het ontstaan van de staat Indonesië in 1949 en het wegvallen van de oude koloniale verbanden.
Op 6 december 1957 besloot de Indonesische regering het KPM-bedrijf in bezit te nemen en in te lijven in de staatsdienst Pelni, hetgeen geformaliseerd werd in een nationalisering in de jaren 1958-1960,
nadat het Indonesische parlement hiertoe in 1958 nieuwe wetgeving van kracht maakte. Na vele verwikkelingen weken de meeste schepen in april 1958 uit naar Singapore,
waar ook het nieuwe operationele hoofdkantoor werd gevestigd.
Een groot deel van de vloot van relatief kleine schepen werd verkocht en personeel werd ontslagen. Met de grotere en modernere schepen werd geprobeerd nieuwe vaargebieden te vinden in het Verre Oosten,
de Pacific, Perzische Golf en de Middellandse Zee.
Ook ik viel onder dat deel van het personeel dat werd ontslagen, maar terugkeren naar het Zeemans beroep was voor mij geen optie.
Mijn opgespaarde verlof gebruikte ik om verder te gaan studeren en na het behalen van het hts diploma heb ik een carrière opgebouwd in de chemische Industrie.
Na mijn pensionering in 2001 heb ik veel advies werk verricht en op het ogenblik ben ik vrijwillig als deskundig adviseur aan een Stichting veiliger Zaltbommel verbonden.
De moraal van dit verhaal:
Ontslagen in het bedrijfsleven en de scheepvaart zijn nog steeds van alle dag. Maar als je niet bij de pakken gaat neerzitten is er, zeker met een technische opleiding,
altijd weer een kans op een goede loopbaan.
En ook als pensionair kun je je nog nuttig maken voor
de maatschappij. En dat heb ik gevonden in het vrijwilligers
werk voor een Stichting Veiliger Zaltbommel, die zich inzet om een Chemische fabriek die met gevaarlijke stoffen werkt die een kanker verwerkende uitwerking hebben op de mens.
De stichting had mij gevraagd, omdat ik ervaring had met de bouw en het produceren van een product waarin de basis grondstoffen van een nieuw product ook deze kanker verwerkende stoffen gebruikt werden.
De stichting strijd al enige tijd voor het verplaatsen van deze fabriek naar een terrein
dat niet gelegen is dicht naast een nieuw te ontwikkelen woningbouw terrein.
Er lopen diverse rechtszaken via de Raad van State, waarbij wij als Stichting een positief resultaat hebben bereikt en dat betekent dat zelfs een ex WTK van de KPM
nog meewerkt aan de veiligheid van het milieu in Nederland.
Ing.R.Beijk