Na een schitterende reis met m.s. Oranje arriveerden wij – een groepje leerling wtk’s - in begin 1952 in Azië.
Enkele collega’s gingen in Singapore van boord, in Batavia weer een aantal dat daar zou blijven en de overigen
-waar onder ik- gingen door met het s.s. van Swoll naar Surabaya.
In Surabaya werden we ondergebracht in het KPM Logeergebouw en tewerkgesteld op het ss Khoen Hoea dat voor een reparatie- en onderhoudsbeurt bij de Droogdokmaatschappij lag,
in afwachting van een plaatsing op een varend schip.
Wel een hele overgang van de status van passagier op de Oranje en de van Swoll en dan aan het werk in de ingewanden van een oud stoomscheepje dat in beheer was bij de KPM,
omdat de Chinese eigenaar volgens zeggen in de oorlog was verdwenen.
Voor het eerst kwamen we er achter wat zweten is, vooral in de ketelpakken die we in Holland hadden gekregen en die meer geschikt leken voor werkzaamheden in de Hollandse winter,
dikke ruwe stof die in een paar uren zorgde voor rode hond uitslag. Gelukkig kon je overal ketelpakken laten maken van een meer geschikte drill stof, die veel aangenamer waren om te dragen.
Na het vastwerken terug naar het logeergebouw voor een mandi beurt en schone kleren.
Een oudere college had op zich genomen, om ons te introduceren in het avondleven van Surabaya.
Eerst voor een drankje naar de Blauwe tent, waar onze begeleider uitlegde, wat de functies waren, van de daar aanwezige dames en dat we daarbij
de nuttige lessen van Dr. de Priester voor ogen moesten
houden. Daarna per betjak naar het centrum van de stad.
Een ijsje bij Toko Oen en toen naar Restaurant Garden voor een eerste kennismaking met de Chinees Indische keuken.
De voorgerechten die onze begeleider bestelde waren:
In het kader van onze kennismaking met Indonesia zouden we, uiteraard nog onder leiding van onze zeevader een pasar bezoeken, omdat je daar kon proeven
aan het echte volksleven en uiteraard van alles kon aanschaffen dat je nodig mocht hebben.
Onze begeleider waarschuwde voor zakkenrollers, dieven en rampokkers. Hij adviseerde om niet al te uitbundig met horloge, portefeuille of portemonnee te zwaaien.
De pasar heette Pasar Turi en dat werd door hem verbasterd in Pasar Tjuri.
Voor we de drukte van de pasar in gingen en ons nog even de edele kunst van het tawarren werd bijgebracht, deed ik mijn horloge af en stopte het in mijn broekzak
en dacht "een knappe zakkenroller die het eruit kan jatten".
Toen we pasar verlieten -vol van indrukken- wilde ik mijn horloge pakken en het weer om mijn pols doen. Helaas weg klokje. Hebben ze me toch nog te pakken gehad!
Een dag of wat later waarschuwde de tukang tjutji: Tuan ada lobang di dalam saku tjelana.
Het raadsel van het verdwenen klokje was opgelost, er was dus geen zakkenroller aan te pas gekomen.
Moraal van het verhaal: je kunt je noodlot niet ontlopen.
I.S. Schaafsma.
Ajam | kip | Rampokker | rover | |
Babi | varken | Saku | zak | |
Becak | fietstaxi | Saus asem manis | zoetzure saus | |
Belanda | Hollander | Tawar | afdingen | |
Koelit | schil | Tipis | dun | |
Mertega | boter | Tjelana | broek | |
Oedang | garnaal | Tjuri | dief | |
Pasar | markt | Tukang | werkman | |
Pedis | scherp | Tokeh | gekko | |
Potong | snijden |