Pisang

Ik heb wat tegen bananen, ze staan me tegen. Hoe dat is gekomen zal ik uitleggen.

Het was in 1952, mijn eerste varende schip –als leerling/5e - was het ss Valentijn. Het maakte een trip van Soerabaja , Borneo, Celebes naar de Molukken en terug.

Op de terugreis uit de Molukken werd ik ziek. In mijn hutje in de tweede klas in het achterschip lag ik met koorts, hoofdpijn en een opgezwollen buik met wat roze vlekken te lijden en niet in staat te werken of wacht te lopen, kortom algehele malaise.
De Hwtk- kwam met een dik boek –de Boonakker- en probeerde te weten te komen wat het zou kunnen zijn. Al snel kwam hij er achter dat het iets als tyfus zou kunnen zijn. Er werd overlegd wat met mij moest gebeuren maar dat ik van boord moest was buiten kijf, maar waar? In een van de Molukse aanloop haventjes was een klein ziekenhuisje, maar dat vonden we niets en er werd besloten om het uit te zingen tot Makassar, dat na twee dagen zou worden bereikt.

Na aankomst bevestigde een arts dat het inderdaad om tyfus ging en werd ik van boord gehaald en met een TNI ambulance naar het ziekenhuis Stella Maris-met een prachtig uitzicht over de baai -gebracht. Rumah Sakit Stella Maris was een RK missie ziekenhuis waar toen nog Nederlandse nonnen en enkele Nederlands sprekende verpleegsters werkten. Een geluk bij een ongeluk, want mijn Maleis was nog niet goed ontwikkeld. Direct werd begonnen met een antibiotica kuur. Voor zover ik me kan herinneren Chlooramfenicol.

De koorts nam vrij snel af ook de andere verschijnselen verminderden, maar de arts was erg voorzichtig met de toestand van de ingewanden en schreef een bananendieet voor. ’s Morgens banaan, ’s middags banaan en ’s avonds banaan. Na een paar dagen was ik zo flauw als wat en vroeg of er niet iets anders te bedenken was. Men kwam met de volgende lijst waar ik uit kon kiezen: Pisang Ambon, Pisang Mas, Pisang Radja en Pisang Susu.

Als ik later toch nog wat afwisseling wilde, konden ze het uitbreiden met Pisang Kapok en Pisang Tanduk. Ik was terecht de pisang en kon ze op den duur niet meer zien.

Na 14 dagen vond de verpleging dat de genezing redelijk verliep en er kwam gemalen vast voedsel. Een maaltijd in een sterren restaurant had niet beter kunnen smaken. Verzwakt en sterk vermagerd moest ik weer aansterken. Na een verblijf van 4 weken vond de arts en het kantoor dat ik weer geschikt was voor de vaart en kreeg ik een plaatsing als 4de op een “gemakkelijk” schip namelijk het ss Generaal Verspijck.

Daar werd ik erg fijn ontvangen met vragen zoals: "wat heb jij uitgespookt, dit is een strafboot!" Of "in welk kamp hebben ze je nog gevonden?" (de 2de wereld oorlog in Azië en de kampperiode was nog niet lang geleden voorbij)

Het bleek een gezellig schip te zijn en binnen korte tijd kwam er weer wat vlees op de botten en kon ik weer met alles meedraaien. Dit is de reden dat ik iets heb tegen bananen, ook al zijn er sindsdien heel wat jaren verstreken.

I.S. Schaafsma

P.S.

Strafboot: In dit geval een schip dat niet Surabaya of Priok als begin- en eindhaven had. Daar was namelijk veel meer vertier voor de ongetrouwden en sommige getrouwden hadden daar hun gezin wonen. Het ss Verspijck had als thuishaven Makassar en voer een lijndienst Sundah Kecil- Makassar v.v.

Toen hadden wij niet veel belangstelling voor de schoonheid van dit oostelijk gedeelte van de archipel, met zijn vele eilanden, de natuur, de tientallen vulkanen waarvan meerdere werkend en die ‘s nachts soms een vuurgloed van uitstromend lava toonden. Een onderdeel van “The Ring of Fire” zoals de vulkanische keten wordt genoemd rondom de Stille Oceaan.

Op latere leeftijd hebben mijn vrouw en ik tijdens een zwerftocht door dit deel van de archipel de schoonheid mogen ervaren en waarderen.

I.S. Schaafsma